Samen met IKNL is Bij Kanker opgezet om mensen zo goed mogelijk te begeleiden als zij bijwerkingen van de oncologische behandeling ondervinden. IKNL heeft al langere tijd sibopmaat als database hiervoor ingericht. Daarin staat alle behandelingen, welke bijwerkingen kunnen optreden, uitleg over de bijwerkingen en wat iemand zelf kan doen.
In Bij Kanker worden de aard en ernst van de bijwerkingen gescoord (volgens de CTC criteria). Bij ernstige bijwerkingen volgt een alert naar het behandelteam via veilige email. Het algoritme is beschikbaar voor deelnemende centra. De professional geeft aan welke behandeling iemand krijgt, Gezondheidsmeter / BijKanker ontsluit de informatie en activeert de scoring op de specifieke bijwerkingen. Mensen bepalen zelf hoe vaak en welke bijwerkingen ze scoren. Indien mogelijk krijgen mensen tips en tricks om de bijwerking zelf te begrijpen en te behandelen. Indien nodig volgen alerts naar de behandelaar.
Er zijn veel soorten behandelingen mogelijk. IKNL (kwaliteitsinstituut in Nederland) heeft per behandeling op een rij gezet welke bijwerkingen per behandeling er zijn, geeft uitleg over de bijwerking en wat iemand zelf al kan doen. Dat is ondersteuning van het zelfmanagement.
Medicom, PromedicoASP, HiX, Zorgplatform en Nexus; met deze EPD’s zijn de koppelvlakken operationeel. Andere koppelvlakken zijn mogelijk. Zo heeft u direct toegang tot de behandelmodules, zelfmanagement modules of MedMij gegevens (na toestemming patiënt)
De patiënt is het centrale punt. Via autorisaties per behandelmodule krijgen zorgverleners toegang.
Zo werken de poh, huisarts en longarts samen in de behandelmodule ASTMA en de huisarts en de GGZ-psycholoog in de behandelmodule Depressie.
Via deze route deelt de patiënt ook opgehaalde MedMij data.
Communicatie tussen zorgverleners of tussen zorgverleners en cliënt/patiént/mantelzorger loopt via het veilige eConsult of videoconsult.
"Resultaat pilot: ruim de helft is tevreden en gemotiveerd, bijna de helft denkt dat het positief bijdraagt aan de communicatie met de zorgverlener en ongeveer een kwart denkt dat het effect heeft voor het volhouden van de behandeling."